tr. (1) op 28-08-1720 te Sneek; Ondertrouw: 10-08-1720
met
Hendrick Rijcksz Lustigh, zn. van Rijck Hendricksz Lustigh en Oeultien ( Ultien) Jans ,
geb. in 1657 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-66,
Vroedsman in Sneek,
ovl. op 13-02-1725 te Sneek; Koptienden Laatste: 1707-40,
, -
HEIJNDRICK RIJCKSEN LUSTIJCH
Huizen Koptienden (1682-66 1707-40):
1682-66: v. Willem Claes Backer 2 Spt 0 cop 1/4
- Verkregen van onbekende 3 cop 3/4
1683-66: Situatie: 2 Spt 4 cop
1689-66: op Cornelis Jacobsz Wigh 6 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop
1692-40: v. Rijck Hendricksz Lustigh 3 Spt 4 cop 3/4
1692-58: op Gerrit Jansz de Oude 3 cop 3/4
- Situatie: 5 Spt 6 cop 1/2
1693-56: op Hendrick Willemsz Gruijtter 1 Spt 2 cop
- Situatie: 4 Spt 4 cop 1/2
1695-56: Sluij ER STAAT: 4 Spt 5 cop
- op Gerrit Jansz de Oude 5 cop
- op Cornelis Goossensz 4 cop
- op Jacob IJsbrantsz Man 7 cop
- op Willem Jansz Boor 1 Spt 2 cop
- Situatie: 1 Spt 3 cop
1697-40 / 1701-40 / 1702-40 / 1704-40 t/m 1706-40: SLUIJ
t/m 1703-40 = 1708: Situatie: 1 Spt 3 cop
1707-40: dit op Heijnen kint en
- de helft van Claas Coij
- heet lambertje Heijndircks lustigh
- op DOCHTER
- Lambertijen Heijndrickx Lustigh 1 Spt 3 cop
-
Sneek-Lidmaten-GG; 28-06-1694: Marijtien Claasz met attestatie van Huissen, op 't Klein-sand
-
Huizen-DB-18-Lidmaten-1691: Huijser Eijnde; Hendrick Rijcksz Lustigh en huisvrouw Marritje Claes; doorgehaald: VERTROKKEN NAAR FRIESLAND
-
ORA-184-3174; 29-01-1693: Wijchert Willemsz Plaijsier eijscher CONTRA Hendrick Rijcksz Lustigh
-
ORA-184-3175; 01-04-1694: Naast de voogden Ebbe Claesz Coij en Claes Ebbe over het nagelaten weeskind van Aeltgen Willems Coij verwekt bij Hendrick Rijcksz Lustigh is op verzoek als 3e voogd gesteld Lucas Claesz Swart
-
ORA-184-3175; 06-05-1694: Ebbe Claesz Coij, Claes Ebbe en Lucas Claesz (Swart) als voogden over het weeskind van Aeltgen Willems Coij / Kooij in leven huisvrouw van Hendrick Rijcksz Lustigh die te kennen heeft gegeven dat hij met zijn kind wil
vertrekken naar Vrieslant om het kind gedurende 1 jaar bij Ebbe Claesz Coij in de kost te brengen
-
ORA-184-3175; 04-10-1700: Akte van bewijs. Alsoo Jan Rijcksz Lustigh deser werelt is comen te overlijden, nalatende ses (6) kinderen geprodreeert bij Rijckje Jans desselfs weduwe, en dat deselve Rijckje Jans tot een 2e huwelijk over wenst te
gaan wenst zij eerst bewijs te doen van de vaderlijke nagelaten goederen is met de voogden Lambert Rijcksz en Hendrick Rijcksz Lustigh overeengekomen dat zij aan ieder kind een somme van f 50,-
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; 01-01-173; Folio 001 en 095: wonende tot Sneeck in Vrieslant; Pestilentie
-
ORA-184-3217A028; 24-02-1725: Nicolaas Bilsteijn en Ebbe Dircksz als diaconen van de Ger.Gem, als hebbende gealimenteert en nog onderhoudende Botje Tomas alhier woonagtig sijnde, een bejaarde en wettelijk nagelaten dochter van Annetje Claas
verwekt bij Tomas Jansz Pomp en een volle susters kint of sustersdogter van Marritje Claes, die in leven de huijsvrouw was van Hendrik Rijksz van der Lustig, welke Marritje Claas op de 11-02-1720 tot Sneek in Vriesland is overleden. Brieven van
Ate Sipkens uijt Sneek, waarin gemeld wordt dat voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig op 13-02-1725 binnen Vriesland tot Sneek is overleden en dat in zijn Testament gepasseert voor seecker Notaris binnen Sneek, waarin hij de vorrn: Marritje
Claas institueert tot erfgenaam van der selver nalatenschap, en mitsdien als een van deselve de voorn: Botje Tomas. Derhalve verzoeken comparenten om magtig te maken de E. Lambert Rijksz Lustig oud schepen speciael om te reijsen tot Sneek in
Vriesland en met de verdere mede-erfgenamen de nagelaten boedel te delen dieswege met deselve en met Ate Sipkens als in huijwelijk hebbende Lambertje Hendriks, die erfgenaam is van de voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig te mogen accorderen
-
ORA-184-3217A029; 24-02-1725: Lambert Ebbe Kooij en Pieter van Voorthuijzen als voogden over Annetje Jans Pomp, minderjarige en enige wettige dogter van wijlen Jan Tomasz Pomp, die een soon was van Annetje Claas verwekt bij Tomas Jansz Pomp, en
de voorn. Annetje Claas de volle suster van Marritje Claas in leven huijsvrouwe van Hendrik Rijksz van der Lustig, sijnde de voorn: comparanten alsmede de voorn: Annetje Jans Pomp, woonagtig alhier enz. en met Ate Sipkens als in huwelijk
hebbende Lambertje Hendriks die erfgenaam is van voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig. Zie verder A028,
tr. (1) op 18-05-1682 te Huijsen
met Aaltien Willems Kooij ( Coij), dr. van Willem Claesz Kooij ( Backer) en Lambertje Dircks ,
geb. in 1657 te Huijsen,
ovl. te < 1688,
, -
ORA-184-3175; 01-04-1694: Naast de voogden Ebbe Claesz Coij en Claes Ebbe over het nagelaten weeskind van Aeltgen Willems Coij verwekt bij Hendrick Rijcksz Lustigh is op verzoek als 3e voogd gesteld Lucas Claesz Swart,
tr. (2) op 09-05-1688 te Huijsen
met Marrertien Claas , dr. van Meester Claes Koster en Marritje Gerrits ,
geb. te Laaren,
Gereformeerde Gemeente,
met attestatie 30-03-1687 van Laren,
dochter van Meester Klaas Koster,
ovl. op 11-02-1720 te Sneek; ORA-184-3217A028; 24-02-1725,
, -
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 30-03-1687 ingekomen met attestatie: Marretien Klaas Koster, j.d. van Meester Klaas Koster tot Laren
-
Sneek-Lidmaten-GG; 28-06-1694: Marijtien Claasz met attestatie van Huissen, op 't Klein-sand
-
ORA- 184-3217A028; 24-02-1725: Nicolaas Bilsteijn en Ebbe Dircksz als diaconen van de Ger.Gem, als hebbende gealimenteert en nog onderhoudende Botje Tomas alhier woonagtig sijnde, een bejaarde en wettelijk nagelaten dochter van Annetje Claas
verwekt bij Tomas Jansz Pomp en een volle susters kint of sustersdogter van Marritje Claes, die in leven de huijsvrouw was van Hendrik Rijksz van der Lustig, welke Marritje Claas op de 11-02-1720 tot Sneek in Vriesland is overleden. Brieven van
Ate Sipkens uijt Sneek, waarin gemeld wordt dat voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig op 13-02-1725 binnen Vriesland tot Sneek is overleden en dat in zijn Testament gepasseert oor seecker Notaris binnen Sneek, waarin hij de vorrn: Marritje Claas
institueert tot erfgenaam van der selver nalatenschap, en mitsdien als een van deselve de voorn: Botje Tomas. Derhalve verzoeken comparenten om magtig te maken de E. Lambert Rijksz Lustig oud schepen speciael om te reijsen tot Sneek in
Vriesland en met de verdere mede-erfgenamen de nagelaten boedel te delen dieswege met deselve en met Ate Sipkens als in huijwelijk hebbende Lambertje Hendriks, die erfgenaam is van de voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig te mogen accorderen.
tr. (2) op 17-02-1726 te Huijsen; Pro Deo
met
Jacob Melchiorsz Boor, zn. van Melchior Jansz Boor en Marretien Jans ,
geb. op 13-01-1692 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 13-01-1692,
Boek 5A: 8.04.1726:ingek. attestatie van Sneek uit Vriesland,
Belijdenis: 01-04-1714;,
ovl. op 09-08-1758 te Huijzen,
begr. op 09-08-1758 te Huijzen; Pro Deo,
, -
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 05-12-1711: Jacob Melchersz Boor j.m. en TEUNTIEN Pieters j.d. beijde van Huijsen
-
ORA-184-3176; 09-05-1710a: Akte van bewijs. Marritje Jans weduwe van wijlen Mels Jansz Boor wensende een 2e huwelijk doet bewijs aen hare vier (4) kinderen met name Pieter, Jacob, Neeltje en Jan (Melchiorsz) Boor, is overeengekomen met de
vooghden Cornelis Willem Evertsz en Evert Goossen Net: f 1.300 enkele sieraden en opvoeding
-
ORA-184-3199A260; 19-03-1728: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout, Claas de Swart en Jan Gerritsz Komin schepenen;
- Lammert Lammertsz Prins gehuwd met Gerritje Pieters
- en Hendrik van Weerland en Aart Gerritsz Coppe als voogden van de minderjarige kinderen van Lambertje Pieters en zich sterk makend en de rato caverende voor Jacob Melsz Boor
- en Hendrik van Weerland zich sterk makend en de rato caverende voor Gijsbert Jacobsz Vos gehuwd met Claasje Pieters
allen te samen erfgenamen van Aaltje Jansz Camer
en tevens
- Gijsbert Tijmensz
- Jan Vergoes namens de weduwe van Jacob Tijmensz
- alsmede Harmen Tijmensz
- en Jan Vergoes namens Willem Kuijper wonende op de Coog en gehuwd met Geertje Tijmens,
- en ook voor Jan Tijmensz
als gezamenlijke erfgenamen van Willem Tijmensz
- verklaarden verkocht en getransporteerd te hebben aan Lammert Jansz Prins zeker huis, erf en tuin gelegen in het dorp belent Wed. Jacob Lammertsz Smit ten zuiden en Jan Meltz Boor ten Noorden voor f 1.380
-
ORA-184-3179; 10-06-1746;,
tr. (1)
met Lambertien Pieters Camer Oude de.
Uit dit huwelijk:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lammertje | *1726 | Huijsen | 0 | 0 | |||
2 | Ibeljen | *1728 | Huijsen | †1728 | Huijsen | 0 | 0 | 0 |
3 | Ibeljen | *1729 | Huijsen | †1729 | Huijsen | 0 | 0 | 0 |
4 | Ibeljen | *1730 | Huijsen | †1731 | Huijsen | 1 | 0 | 0 |
5 | Lambertje | *1731 | Huijsen | Huijsen; <= 1732 | 0 | 0 | ||
6 | Lambertje | *1732 | Huijsen | †1804 | Huizen | 72 | 2 | 4 |
7 | Neeltje | *1734 | Huijsen | 2 | 3 | |||
8 | Ibeltje | *1736 | Huijsen | †1798 | Huizen | 62 | 1 | 4 |